Het menselijk bloed bestaat uit bloedplasma (ongeveer 60%) en bloedcellen (ongeveer 40%). Het bloedplasma bestaat op haar beurt weer uit water (92%) en uit opgeloste stoffen (8%). Het water in het bloedplasma heeft de functie als oplosmiddel en kan warmte (en koelte) vervoeren binnen het menselijk lichaam. Op die manier zorgt het bloed er dus voor dat het lichaam warm blijft of juist afkoelt. fibrinogeen: belangrijk voor de bloedstremming / stolling van het bloed. Daarnaast bevat het bloedplasma nog anorganische stoffen zoals kalium, natrium en calcium en andere organische stoffen (hormonen, glucose, vetten, antistoffen en enzymen).Het hart speelt een cruciale rol in de bloedsomloop. Het functioneert als de pomp voor het rondstromen van het bloed. Dat werkt als volgt. Het hart bestaat uit twee helften, die zijn onderverdeeld in een boezem en een kamer. Het bloed stroomt binnen via de boezem. Zodra het hart zich ontspant stroomt dit bloed de kamer in. Vervolgens trekt de kamer zich samen en wordt het bloed uit het hart gepompt. Het bloed wordt door de rechter harthelft naar de longen gepompt zodat het zuurstof kan opnemen. Vervolgens wordt het door de linker harthelft over de rest van het lichaam verspreid, waar het de zuurstof gebruikt om de organen te ‘voeden’. Als zuurstofarm bloed keert het weer terug in de rechter harthelft en daar herhaalt het proces zich. Het hart is dus een dubbele pomp en onmisbaar voor de bloedsomloop. Slagaders zijn bloedvaten die dicht bij het hart staan of hier rechtstreeks vanaf stammen. Door de pompwerking van het hart kan je het bloed in je slagaders voelen kloppen. Slagaders transporteren zuurstofrijk bloed. Er is slechts een slagader voor het transporteren van zuurstofarm bloed, de longslagader.Kleine arteriën of arteriolen zijn kleinere bloedvaaten met kleine spiertjes in de aderwand die samentrekken of ontspannen. Op deze manier zorgen ze voor het vernauwen of verwijden en regelen de hoeveelheid bloedtoevoer naar weefsels en organen.Haarvaten of capillaire zijn zeer dunne bloedvatien die diep in het weefsel kunnen doordringen. In de haarvaten vindt de uitwisseling van zuurstof, voedingsstoffen en afvalstoffen plaats. Aders zijn iets anders dan bovengenoemde bloedvaten. Aders worden ook wel venen genoemd en transporteren zuurstof arm bloed. Aders zijn brede bloedvaten met slappe vaatwanden die zorgen voor de terugvoer van het bloed vanuit de organen en weefsels richting het hart. Aders hebben speciale terugslagkleppen die verhinderen dat het bloed de verkeerde kant op stroomt. De witte bloedcellen, ook wel leukocyten of witte bloedlichaampjes genoemd, hebben de functie te zorgen dat het lichaam zo min mogelijk wordt geteisterd door bacteriën en virussen (ziekteverwekkers). Zodra het lichaam in contact komt met een schadelijke bacterie, komen deze witte ‘soldaatjes’ in opstand. Bacteriën groeien ongelooflijk snel en kunnen u in korte tijd heel ziek maken. Denk bijvoorbeeld aan een voedselvergiftiging. Het ene moment kunt u zich nog prima voelen en na enkele uren ontzettend beroerd. De witte bloedcellen zorgen er vervolgens voor dat er antilichamen worden aangemaakt. Antilichamen, ook wel antigenen genoemd, zijn eiwitten die middels een bloedonderzoek in het bloed zijn terug te vinden. Veel witte bloedcellen komen om in de ‘strijd’ tegen de ziekteverwekkers. Gelukkig zorgt het beenmerg ervoor dat het menselijk lichaam steeds weer nieuwe witte bloedcellen aanmaakt. Witte bloedcellen maken een ontzettend belangrijke rol uit in het immuunsysteem van de mens.Rode bloedcellen leven ongeveer 4 maanden en worden zowel binnen (intravasale bloedafbraak) als buiten (extravasale bloedafbraak) de bloedbaan afgebroken. Binnen de bloedbaan wordt 10-20 % van de rode bloedlichaampjes afgebroken en daarbuiten 80-90% in vooral de milt, maar ook in de lever, botten en centraal zenuwstelsel. De rode bloedcellen worden gemaakt in het rode beenmerg. Dit is aanwezig in de platte botten en in de uiteinden van de ronde botten in ons lichaam. Er worden maar liefst 2,4 miljoen rode bloedcellen per seconde geproduceerd in een mens. Maar ook de witte bloedcellen worden in het rode beenmerg gemaakt. Het is zelfs zo dat alle bloedcellen afkomstig zijn uit gemeenschappelijke stamcellen in het beenmerg. Tijdens de verdere delingen veranderen de bloedcellen zich in de verschillende typen cellen (rood en wit). Na de laatste deling en alvorens de rode bloedcellen in de bloedstroom vrijkomen, produceren ze grote hoeveelheden hemoglobine en verliezen daarna de binnenste kern. Het afgesplitste deel met de kern wordt vervolgens opgeruimd door macrofagen. De afsplitsing van de kern vindt trouwens alleen plaats bij zoogdieren; alle andere gewervelden hebben rode bloedlichaampjes met een kern.
Maak jouw eigen website met JouwWeb